Patienten de echte verliezers in de strijd om de enige echte behandeling van angst en depressie

Opiniërende bijdrage

 

 

Kloppen die richtlijnen voor behandeling van angst en depressie nog wel?

Na de hoogtijdagen van de evidence based medicine (EBM) waarin het medische handelen steeds strenger en eenvormiger werd gestroomlijnd  op basis van uitkomsten van wetenschappelijke onderzoek en RCT ‘s (randomized controlled trials), is nu twijfel gerezen.

Opnieuw blijkt dat de farmaceutische industrie een veel te grote vinger in de pap heeft gehad bij  het produceren van evidence  of bewijs  voor effectiviteit van behandeling in allerlei trials en wetenschappelijk onderzoek. Na Trudy Dehue, hoogleraar wetenschapsfilosofie komt nu Peter  Gøtzsche, biochemicus en  hoogleraar opzet en analyse van klinisch onderzoek in zijn boek  Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad met aantijgingen van veel te grote bemoeienis van farmaceuten met het gedrag van artsen en behandelaars. Gøtzsche beschuldigt de farmaceutische industrie zelfs van ‘maffiapraktijken’.

Maar kunnen artsen en patiënten wel zonder die pillen ?

Zelf was ik als jonge huisarts vaak sterk geraakt door de emotionele ellende, waar mensen mee worstelden en hulp voor zochten.  Vaak bleek onder het oppervlak van allerlei lichamelijke klachten als terugkerende hoofdpijn, chronische ontregelende buikpijnen of verlammende rugpijn een poel van emotionele ellende te liggen.  Onderwerpen als huiselijk geweld, intimidatie, pesten , verwaarlozing en seksuele uitbuiting waren nog in de taboesfeer en nauwelijks bespreekbaar.

Als medisch student had ik goede ervaring opgedaan met interpersoonlijke psychotherapie, toen ik in een zwart gat was gevallen door de onverwachte dood van mijn vader. Voor mij was de stap naar therapie niet gemakkelijk geweest . Als kind was mij ingeprent dat hulp vragen voor emotionele zaken iets was voor losers. Pas toen ik mijn gevoelens van shock en verdriet over het verlies van mijn geliefde vader te delen en mijn verhaal van hechting en scheuring mocht vertellen, vond ik mezelf geleidelijk terug.

Blaren op de tong

Toen ik dan ook als jonge bevlogen dokter begon in de praktijk, praatte ik de blaren op mijn tong om patiënten te motiveren niet mee te gaan met de ogenschijnlijk simpele oplossing van een pilletje voor de pijn, maar in therapie te gaan en zo te investeren in zichzelf.

Deze opvatting had toen nog de wind in de rug….Het was de tijd van de praatgroepen, zelfhulp  en bewustwordingsgroepen . Op grote schaal waren vrouwen, kunstenaars en intellectuelen bezig om hun schaamte voorbij te komen en zich te binnenstebuiten te draaien in allerhande therapeutische bezigheden.

Mooie inspirerende geschriften ontsproten aan deze grootschalige oefening in zelfonderzoek. De belofte was meer grip op het eigen leven, meer zelfvertrouwen en vertrouwen in elkaar en collectieve actie. Elk individu -of je nu vrouw, homo of allochtoon was- kon vanaf nu haar eigen lot bepalen . Volstrekt anders dan de generaties voor ons, was het leven nu maakbaar.

Toch liever snel en pijnloos

Toch werkten mijn motiverende praatjes richting therapie of praatgroep, ook toen al maar voor een beperkte groep patiënten. Veel mensen wilden liever de snelle pijnloze oplossing voor hun emotionele pijn, die voorradig was in de medicijnkast van de dokter.  Ze eisten een recept en sommigen werden zelfs ronduit bedriegend.

In die tijd heten de pilletjes om kalm te worden valium of oxazepam, middelen uit de groep van de benzodiazepines.  Ze werkten verbazingwekkend goed, maar na enige tijd bleken de gebruikers  (meestal vrouw, laag opgeleid of minder bevoorrecht )  op grote schaal verslaafd. Het tij keerde en valium en consorten kwamen in de verdomhoek terecht. Nu werd het als huisarts weer een hele toer om de mensen van deze middelen af te krijgen; mensen hechten nu eenmaal aan hun gewoonten.

Een nieuwe illusie geboren

Terwijl de benzodiazepines van het toneel werden afgevoerd en alleen nog maar in het verborgene werden voorgeschreven, kwamen de nieuwe antidepressiva met veel trompetgeschal door de voordeur binnen. Als huisarts kon je geen congres bezoeken zonder over de weldaden van deze nieuwe pillen te horen. Weer een nieuw teken van wetenschappelijke vooruitgang en een doorbraak die dokter en patient nieuwe hoop gaven op verlossing van het lijden aan angst en depressie. Die overigens ondertussen epidemische vormen hadden aangenomen.

Bekende filmsterren kwamen vertellen hoeveel baat ze hadden van hun pilletje prozac, psychiaters schoven weer wat meer op naar de harde geneeskunde en kregen naast hun analytische, interpersoonlijke en systeemgerichte therapie- school nu ook een respectabele biologische school.

Nieuwe behandelaars als psychologen , gespecialiseerde maatschappelijk werk en GGZ -verpleegkundigen waren in opkomst. Iedereen was gericht op samenwerking om in de veelgeprezen multidisciplinaire teams zorg op maat voor iedere patient te maken en aan te bieden. Eind vorige eeuw konden er vele bloemen bloeien en bestond er een waaier van aanpak en  behandelingen voor emotionele ellende en/of gekte.

Hoe anders is dat nu!  

Het aanbod aan therapieën is drastisch teruggebracht en de geestelijke gezondheidszorg is, na  jarenlang  beleid van afknijpen, verarmd en verschraald. De overheid treedt al jarenlang terug, niet in staat om processen zo te sturen dat goede inhoudelijke keuzes in de zorg worden gemaakt. Niet hulpverleners maar verzekeraars hebben het nu voor het zeggen. De liberale misvatting “de markt zal het wel oplossen”  heeft in de zorg al aardig wat ravage aangericht.

Het pad van onderlinge concurrentie en competitie heeft de moeizaam verworven samenwerkingsvormen weer op scherp gezet. Expertise en inhoudelijk leiderschap van professionals  in de zorg worden toenemend  getrivialiseerd of verdacht gemaakt.

Ruzies tussen experts van verschillende therapeutische scholen worden niet meer in een fatsoenlijk wetenschappelijk debat bediscussieerd, maar steeds vaker in de arena van de media uitgevochten. Overbodig op te merken dat dit het vertrouwen van mensen in nood richting hun hulpverleners systematisch ondermijnd . Dergelijke processen creëren veel  verliezers.

Het wordt de hoogste tijd om vraagtekens te zetten bij de dominante zienswijze om angst, stress of depressieve gevoelens als obstakels te zien, die snel, liefst pijnloos en uit het zicht van jezelf en de anderen, uit de weg moeten worden geruimd.

Integendeel. Is het niet eerder zo dat emoties, gevoelens en pijn de persoonlijke wegwijzers zijn voor mensen, die hen dwingen en uitdagen om meer over zichzelf te gaan leren kennen.

Het getuigt in deze tijd van verandering en transitie van meer wijsheid om in te zetten op educatieve vormen van hulp. Leer mensen individueel en samen om zelf aan de slag te gaan met hun pijnpunten, ongezonde leefwijzen en gewoonte patronen.

Dat is gezonder en ook een stuk gezelliger.

Yvonne Winants